Wat is aan de teugel?
Op deze pagina vind je nog een uitleg, deze uitleg is afkomstig van verschillende sites, zie bronvermelding onderaan de pagina.
Wat betekent aan de teugel?
Een paard dat aan de teugel loopt, beweegt zijn lichaam recht en in de wendigen in lichte buiging. Ook is het kalm en gehoorzaam en beweegt hij zich ongedwongen, fijn voorwaarts met de achterhand onderhet lichaam en een licht gebogen hals.
tekenen van aan de teugel
- is de achterhand meer of minder ondergebracht
- is de hals vanuit de schoft licht omhoog lopend gebogen
- zijn de teugels in mindere of meerdere graad gelijkmatig gespannen, waarbij het paard het bit (of de teugeldruk) recht aanneemt , aan beide kanten gelijk, zonder daarbij geluid te maken (bijv. knarsen) en zonder de mond overmatig te openen
- Het paard reageert goed op je hulpen
- Het paard loopt in takt (ritme)
- Rug is niet hol getrokken en buikspieren zijn licht aangespannen
Waarom het aan de teugel zagen door middel van zomaar wat kneepjes slecht is. De rug word hol getrokken waardoor de wervel gekneld raakt..

Uitleg
Zoals je ziet komt er heel wat kijken bij “aan de teugel rijden”. Vaak wordt deze term gebruikt om aan te duiden of een paard wel of niet nageeflijk is. Dit is echter iets anders. Met “nageeflijk” wordt bedoeld dat een paard zich ontspant in het nek- en kaakgewricht en zo de hulp laat doorkomen.
In de omschrijving kun je ook zien dat het geen kwestie is van wel of niet aan de teugel. Omdat alle punten afhankelijk zijn van de graad van africhting is er dus geen “Ja, hij gaat wel aan de teugel.” Of “Nee, hij gaat niet aan de teugel.”
Het belangerijkste bij het aan de teugel rijden van een paard en bij het toepassen van de hele en halve ophouding, is dat het paard goed gedoseerd wordt aangedreven met zit en kuit en dat de opgewekte voorwaartse drang daarna wordt opgevangen door de vingers om de teugels te sluiten, waarna weer wordt ontspannen. Een juiste coördinatie van been-, teugel-, en zithulpen is hierbij van erg van belang. Het is niet de bedoeling willekeurig “kneepjes” in de teugels te geven. Ook een onafhankelijke zit waarbij het paard niet gehinderd wordt is erg belangrijk.
de groene lijn is zoals het zou moeten zijn


de aanleuning
Aanleuning is de licht verende druk die het paard aanneemt op de teugel als gevolg van de voorwaartse inwerking van de ruiter nadat deze contact heeft aangenomen. Op het moment dat het paard aanleuning neemt voelt dat als een licht verende verbinding doordat paard onderkaak tegen bit aanlegt en de ruiterhand aanneemt. Een paard dat in aanleuning gaat neemt een verende verbinding aan de teugels als gevolg van een vermeerderd ondertredend achterbeen en een losgelaten en welvende rug. De aanleuning, ook wel "het bit aannemen" genoemd is een initiatief van het paard. Contact gaat dus uit van de rijder en aanleuning gaat uit van het paard.
Hand, teugel en bit dienen voor het overbrengen van de communicatie en mogen niet krachtiger zijn dan dat voor deze communicatie nodig is. Een paard heeft een goede aanleuning wanneer het gewillig de teugel aanneemt en volgt. Aanleuning mag nooit bereikt worden door terugwerkende teugelhulpen.
Bron/voetstuk:
Maak jouw eigen website met JouwWeb